Van Flam naar Beitostolen

Vanmorgen alweer vroeg een warm zonnetje. Na het ontbijt eerst nog even naar de supermarkt voor extra brood en drinken. Morgen en maandag is het pinksteren en alles is dan dicht. Na een hele lange tunnel van 25 km komen we dan in Laerdalsoyri. Een oud houten dorpje. Het is heel klein en we wandelen er snel doorheen. Leuk om een keer te zien maar weinig te beleven. Dan verder naar Borgund. Daar is de oudste staafkerk. We komen op de parkeerplaats eerst bij een bezoekerscentrum en museum. Hier moet je entree kaartjes kopen. Omdat het middag is eten we daar eerst een Borgund svele. Dat is een pannenkoek wat de bosarbeiders vroeger bakten. Natuurlijk met slagroom en jam.
Ik loop daarna samen met Robin naar de stavkyrke.

 Het is niet geschikt voor een rolstoel. Buiten loopt een noorse boskat, net zo knuffelig als onze Sari. Wat n scheetje. Na ff knuffelen lopen we toch verder. De kerk is lein van binnen maar de gids weet veel te vertellen. Robin vindt t erg interessant, deze is nog gebouwd door de vikingen. Daarna verder over de e16, t moet een hoofdweg zijn maar we komen door hele smalle straatjes met prachtige plekken. Het laatste stuk slaan we af en rijden dan binnen notime een berg omhoog. Opeens zijn we al helemaal boven met een fantastisch uitzicht over het dal. We blijven hoog rijden en dan als we bijna bij de camping zijn begint t te regenen. Er is geen beheerder en door de telefoon zegt hij dat we morgen na 9 uur maar moeten komen om te betalen en nu maar een plakje moeten uitzoeken. Zo gemakkelijk gaat dat. Als we staan begint het keihard te regenen. De honden moeten maar even wachten. We eten lapskous, een soort van noorse bruinebonen soep. Best lekker.